Research Team Orthopedie
dsad
dasdas
De operatie om de geïnfecteerde heupprothese te verwijderen duurt gemiddeld 2 uur. U wordt hierbij onder algehele narcose gebracht.
Voor meer informatie rondom uw verdoving en pijnbehandeling leest u Anesthesie en pijnbehandeling bij uw operatie.
De operatie
Om het heupgewricht te bereiken zal de chirurg een snede maken in het oude litteken. Eerst zal hij de oude prothese verwijderen en worden weefselkweken afgenomen. Meestal plaatst de orthopedisch chirurg dan een tijdelijke prothese. Dit noemen we ook wel een spacer. De spacer bestaat uit cement met antibiotica. Bij speciale, moeilijk te behandelen bacteriën kan de chirurg besluiten dat er geen spacer wordt geplaatst.
Indien er een one stage revisie is afgesproken, plaatst de orthopedisch chirurg tijdens deze operatie direct de nieuwe prothese. Voor meer informatie over deze revisie kijkt u op de pagina Revisie heupprothese.
Risico’s van de operatie
Ondanks onze zorgvuldige werkwijze draagt het verwijderen van de prothese en eventueel plaatsen van de spacer een aantal risico’s met zich mee. Om complicaties te voorkomen, raden wij u sterk aan om voor de operatie te stoppen met roken. Roken vertraagt de wond- en botgenezing. Realiseert u zich dat de kans op deze complicaties groter is bij deze operatie, dan bij de eerste heupprothese. Ook is het revalidatietraject lang.
- Infectie. Door een bacterie in de wond of op de prothese kan er een infectie ontstaan. Als er sprake is van een wondinfectie zult u regelmatig terug moeten komen naar ons wondbehandelcentrum, om de wond te laten verzorgen. Dit kan ook betekenen dat het langer duurt voordat u het geopereerde been kan belasten. Een infectie vertraagt de totale genezingsduur.
- Fractuur. Bij het inbrengen van de prothese kan het bot in uw been breken. Als dit gebeurt kan dit meteen worden behandeld tijdens de operatie. Het kan wel zijn dat u dan niet direct het been mag belasten.
- Trombosebeen. Dit is een stolsel in een bloedvat. Om de kans hierop zo klein mogelijk te houden, krijgt u tot 4 weken na ontslag van de afdeling een injectie met bloedverdunnend medicijn.
- Beschadigde zenuwtakjes. Tijdens de operatie kunnen zenuwtakjes geraakt of gekneusd worden. U ervaart dan een dof of tintelend gevoel van de huid of spierzwakte. Dit wordt doorgaans in de loop van de tijd minder. Zenuwweefsel heeft soms een jaar nodig om te genezen. Na een jaar weet u dus welk gevoel u overhoudt in het been en de voet.