Brein in Beweging - Veelgestelde vragen

Brein in Beweging biedt diagnostiek, training en behandeling voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) die de lichamelijke revalidatie al hebben afgerond.

De Brein in Beweging-behandeling richt zich namelijk vooral op de ‘onzichtbare’ gevolgen van hersenletsel. U bereikt hierbij het meeste effect als u het letsel al enige tijd (zes maanden tot een jaar) heeft. Dit noemen we de chronische fase. Deze kenmerkt zich vooral doordat u dan niet meer verder spontaan herstelt. Voortdurend breiden wij het behandelprogramma uit met nieuwe onderdelen en onderzoeken we de effectiviteit. U kunt er dus op vertrouwen dat u bij Brein in Beweging de best denkbare zorg krijgt.

Veelgestelde vragen over Brein in Beweging

Het is belangrijk dat u voldoende inzicht heeft in uw eigen beperkingen en dat u gemotiveerd bent voor de behandeling. U heeft een actieve houding nodig en bent bereid tijd en energie te investeren. Dan werpt het behandelprogramma de meeste vruchten af.

Wij verwachten dat u ongeveer vier maanden zonder onderbreking aan het behandelprogramma van Brein in Beweging kunt deelnemen. Brein in Beweging bestaat uit twee fases van zes behandelweken. Houd hierbij rekening met twee dagen per week aan behandeling, inclusief reistijd en ‘huiswerk’. Deze therapiedagen zullen iedere week dezelfde zijn. Op deze twee dagen zult u worden ingepland voor zowel individuele als groepsbehandelingen. Daarnaast verwachten wij ook dat u thuis actief aan de slag gaat met wat u hier heeft geleerd.

Concentreren, onthouden en praten. Hobby’s, werk en gezin. Voor de meeste mensen dagelijkse en vanzelfsprekende activiteiten en situaties. Maar vaak niet voor mensen die door een beroerte, ongeval of tumor hersenletsel hebben opgelopen. Het zorgprogramma Brein in Beweging kan u wellicht helpen als u na uw letsel last heeft van de volgende klachten:

Veranderingen in denkfuncties

  • Trager denken en handelen
  • Meer tijdsdruk ervaren
  • Minder lang kunnen concentreren of sneller afgeleid zijn
  • Geen twee of meer dingen tegelijk kunnen doen
  • Moeite met onthouden van namen, de inhoud van gesprekken, gezichten of routes
  • Moeite met plannen en overzicht houden

Veranderingen in belastbaarheid

  • Sneller vermoeid raken bij mentale inspanning
  • Minder goed tegen drukte, geluid en/of licht kunnen

Veranderingen in emotie

  • Sneller emotioneel worden of juist vlakker reageren
  • Klachten van somberheid en/of angst- en spanningsklachten

Veranderingen in gedrag

  • Impulsiever reageren of juist moeite hebben om op gang te komen
  • Chaotischer handelen

U brengt eerst een bezoek aan onze polikliniek. Daar onderzoekt een revalidatiearts u. Deze bekijkt samen met u of het behandelprogramma past bij uw problemen en hulpvragen. Daarna volgt verwijzing naar het behandelteam. Is het behandelprogramma niet passend voor u? Dan bekijkt de arts met u of een verwijzing naar elders mogelijk is. 

Als de revalidatiearts denkt dat het behandelprogramma goed bij uw problemen en hulpvraag past, dan volgt de diagnostiekmodule van Brein in Beweging. U en uw partner of naaste wordt dan gevraagd thuis een aantal vragenlijsten in te vullen; vervolgens komt u samen met een naaste naar de Sint Maartenskliniek voor een aantal onderzoek-gesprekken bij een neuropsycholoog, een maatschappelijk werker, een ergotherapeut en een bewegingsagoog/psychomotore therapeut. 

Samen met u  worden uw klachten en beperkingen dan verder in kaart gebracht. Ook krijgt u een neuropsychologisch testonderzoek. De resultaten van dit onderzoek bespreken we uitgebreid met u (en uw partner) en verwerken we in een verslag.  

Naar aanleiding van deze onderzoeken volgt een teambespreking met de betrokken behandelaren. De neuropsycholoog en revalidatiearts beslissen uiteindelijk hoe uw verdere behandelplan eruit komt te zien. In dat plan staan ook de behandeldoelen.  

Het is mogelijk dat uit de onderzoeksresultaten blijkt dat behandeling of begeleiding elders beter past bij uw klachten en hulpvraag. De neuropsycholoog bespreekt dit dan met u en dat kan dan alsnog tot een verwijzing leiden. Onder verantwoordelijkheid van de revalidatiearts stellen we het uiteindelijke behandelbeleid vast. De diagnostiekfase duurt ongeveer drie weken.

Het behandelprogramma van Brein in Beweging bestaat uit twee fases van zes behandelweken. De eerste zes weken staan in het teken van voorlichting en het vergroten van uw inzicht in de beperkingen en problemen en hoe u deze kunt aanpakken. De tweede zes weken staan in het teken van (actief) leren compenseren en aanpassen.   

Partners en naastbetrokkenen volgen een eigen voorlichtingsprogramma, waarin ze naast de onderwerpen die u aangeboden krijgt, extra stilstaan bij de veranderingen die zij ervaren. 

De inhoud van de groepsbehandelingen (ook wel modules genoemd) in de twee behandelfases is als volgt:

Brein in Beweging - module Voorlichting en inzicht

In deze module krijgt u voorlichting over cognitieve en emotionele gevolgen van hersenletsel. Aan het einde van deze module heeft u goed inzicht in de gevolgen voor uzelf en hoe u hier in de behandeling aan kunt werken. U kunt dan ook goed aan uw naasten (familie, vrienden, collega’s) uitleggen wat precies de gevolgen zijn van uw hersenletsel. Deze module vindt plaats in de eerste fase en wordt gegeven door een neuropsycholoog.

Brein in Beweging - module Fysieke fitheid

In deze module wordt gewerkt aan het verbeteren van uw conditie en fitheid. Deze module vindt plaats is de eerste en tweede fase van de behandeling en wordt gegeven door een bewegingsagoog/psychomotore therapeut. Voor deze module is het belangrijk dat sportkleding meeneemt.

Brein in Beweging - module Belastbaarheid in balans

In deze module leert u inzicht krijgen in de oorzaken en gevolgen van een veranderde belastbaarheid en vermoeidheid na hersenletsel. In de tweede fase gaat u leren uw (veranderde) belastbaarheid weer in balans te brengen en met vermoeidheid om te gaan. Deze module wordt gegeven door een ergotherapeut.

Brein in Beweging - module Arbeid

In deze module krijgt u veel informatie over werken met en/of re-integreren in werk na hersenletsel. U ontwikkelt kennis over de rechten en plichten, die zowel u als uw werkgever hebben om te komen tot re-integratie en wat u zelf kan doen om zo succesvol mogelijk uw werk te hervatten. Deze module vindt plaats in de eerste behandelfase en wordt gegeven door een maatschappelijk werker.

Brein in Beweging - module Cognitieve compensatie

In deze module leert u hoe u uzelf kunt ondersteunen als u -in dagelijkse situaties- aanloopt tegen tijdsdruk, het snel moeten verwerken van informatie en/of problemen met uw geheugen. U leert met specifieke strategieën te compenseren voor uw cognitieve problemen of stoornissen. Deze module vindt plaats in de eerste en tweede fase van de behandeling en wordt gegeven door een ergotherapeut en/of een cognitief trainer.

Brein in Beweging - module Verandering en acceptatie

In deze module werkt u aan het versterken van uw vaardigheden in het omgaan met en het verwerken van alle veranderingen als gevolg van uw hersenletsel. Deze module vindt plaats in de tweede fase en wordt gegeven door een neuropsycholoog.

Het kan zijn dat niet alle groepsbehandelingen voor u geïndiceerd zijn. Daarnaast is er ook een aantal modules dat op indicatie wordt gegeven , omdat ze vooral erg aansluiten bij uw persoonlijke hulpvraag of problemen. Deze modules worden individueel of in kleine groepen gegeven. Voorbeelden hiervan zijn:

Brein in Beweging - module Leren van het lichaam

Tijdens deze module gaat u opnieuw kennis maken met uw lijf, zowel fysiek als mentaal. U leert welke belastbaarheidssignalen er zijn en u kunt deze op waarde schatten. U leert ook welke factoren van invloed zijn op uw belastbaarheid. Deze module vindt meestal plaats in de eerste behandelfase en wordt gegeven door een psychomotore therapeut.

Brein in Beweging - module Cognitieve communicatie

Tijdens deze module gaat u werken aan een (tijdelijke) aanpassing aan een -door hersenletsel- verminderde communicatievaardigheid. Hierdoor kan de inhoud van het gesprek en het sociale contact weer op de voorgrond komen te staan. Deze module wordt gegeven door een logopedist.

Een neuropsycholoog en maatschappelijk werker begeleiden u en uw partner daarnaast intensief tijdens de gehele behandeling. De maatschappelijk werker overlegt eventueel met de bedrijfsartsen en andere externe contactpersonen (bijv. de gemeente). Deze ‘communicatie met derden’ gebeurt overigens alleen met uw expliciete toestemming en moet de doelen van de behandeling ondersteunen. 

De behandelend neuropsycholoog bewaakt samen met de revalidatiearts de voortgang van uw behandelingen.

Enige tijd na uw revalidatie wordt u opgeroepen voor een controle- afspraak bij de revalidatiearts. Dan zal besproken worden of het gelukt is om vast te houden aan de geleerde vaardigheden en strategieën.

Is er voldoende balans tussen belasting en belastbaarheid? Heeft lichaamsbeweging een vaste plek in uw weekritme? Bent u verder gekomen met de opbouw van uw werk? Dit zijn voorbeelden van zaken die in het poli-gesprek aan de orde kunnen komen.